zondag 21 december 2008

Fortis: the sequel...

De regering-Leterme is gevallen. Dat weet ondertussen iedereen. En iedereen had dat natuurlijk al lang zien aankomen. Alleen... Leterme is gevallen over het dossier dat zijn geloofwaardigheid en daadkracht moest bewijzen: het dossier-Fortis.

Een paar weken geleden had ik het hier al over de uitspraak van de rechtbank in eerste aanleg in de zaak-Fortis. Ik pleitte toen voor een goedkeuring van de regeringsbeslissingen door de rechter. Dat gebeurde toen gelukkig. Vorige vrijdag (12 december) besliste het Hof van Beroep echter anders: Modrikamen kon zegevieren, want de verkoop van Fortis Bank aan BNP Paribas werd bevroren.

Mijn centrale vraag is nu: wie is hier beter van geworden of wordt hier beter van?

Het antwoord is simpel: niemand. En als ik specifieker moet worden: zeker de aandeelhouders niet.

Blijkbaar zijn de aandeelhouders van Fortis vergeten dat de staatsholding FPIM (Federale particitpatie- en investeringsmaatschappij) op dit moment 100% eigenaar is van Fortis Bank. Door de uitspraak van het Hof van Beroep is de verkoop nu - tijdelijk - opgeschort, maar Fortis Bank keert nooit meer terug naar Fortis Holding. Ofwel verkopen ze nu aan BNP Paribas, ofwel later. Punt.

Enige lichtpuntje voor de aandeelhouder is dat Fortis Insurance België, het vroegere AG, door de bevriezing nog altijd eigendom is van Fortis Holding. Misschien levert dat nog iets op...

Ik begrijp de hele zaak eigenlijk hoe langer hoe minder. Ik begrijp dat de regering Fortis wilde redden, maar zelf geen bankier wilde spelen. En terecht. Maar wat ik niet begrijp is waarom de aandeelhouders blijven vechten tegen de verkoop van Fortis aan BNP Paribas, als het voor hen eigenlijk geen verschil meer uitmaakt. Ofwel wilden ze gewoon Leterme zien hangen. In dat geval is hun opzet geslaagd. Dan mogen ze nu hun gerechtelijke kruistocht staken...

donderdag 11 december 2008

Fijn stof om nadenken

Het fijn stof in onze atmosfeer is een onzichtbare massamoordenaar. Zeshonderddertig doden per jaar zou het eisen. Dertien maanden knabbelt het van onze dierbare levensjaren af. Acties moeten ondernomen worden! Roetfilters op die wagens! Honderden miljoenen euro's investeren!

Voor we allemaal mee springen op de kar der massahysterie, wil ik graag even wijzen op enkele historische feiten.

Lang, zeer lang geleden. Toen er nog in de verste verte geen sprake was van vervuilende wagens of stinkende fabrieken, ademden onze oervoorouders nog onbezoedelde lucht. Ze moesten zich wel haasten, want de gemiddelde neanderthaler zong het zo'n negentien jaar uit alvorens het tijdelijke voor het eeuwige te ruilen. En dat bleef zo nog even. Op de leeftijd waar een hedendaagse Amerikaan voor het eerst zijn pintje in het openbaar mag nuttigen, moest een vroege Romein al voor een nageslacht gezorgd hebben, opdat zijn stamboom niet verloren zou gaan. Zij gaven zo door de bank genomen op tweeëntwintigjarige leeftijd de pijp aan Maarten. Zelfs tot in de middeleeuwen werd er best niet gewacht met het uitstellen van geneugtes, want de mens werd toen gemiddeld een kwart eeuw oud.
Vanaf hier merken we echter een aanzienlijke verbetering. Bij de aanvang van de twintigste eeuw werd de gemiddelde westerling al vierenveertig. Vijftig jaar later stond de teller van de levensverwachting al op zeventig, vandaag wordt de gemiddelde Vlaming zelfs tachtig jaar oud.
Als deze trend zich verder zet - waar het sterk op lijkt - worden baby's geboren in 2050 zelfs om en bij de achtentachtig jaar.

Waar zitten wij ons dan zorgen om te maken?

OK, dat fijn stof zal wel niet zo gezond zijn. Dioxines laten we best ook links liggen, net als cafeïne en nicotine, alcohol en cholesterol. 'T is daarnaast ook gezonder - bacterieel gezien - om het handen schudden in de toekomst te laten. Als u écht gespaard wilt blijven van een griep, vermijdt u best gewoon ieder interpersoonlijk contact. Misschien wel doeltreffend, maar dat langere leven zal er niet prettiger op worden.

Luc Bonneux wees nog niet zo lang geleden op de dictatuur van de perceptie. Perceptie als "decisions by decibels"; zij met het meeste lawaai krijgen het grootste deel van de taart. Luchtkwaliteit behoort nog steeds niet tot de grootste problemen in België, deze is namelijk beter dan ooit. Zouden we die honderden miljoenen euro's dan wel in roetfilters pompen? Zijn er vandaag geen meer prangende maatschappelijke problemen?

woensdag 3 december 2008

Toeteren aan Tafel

Een recente blogpost van mijn collega Eef Verbeke over de ‘etiquette voor gevorderden’ deed mij denken aan een werk van de socioloog Norbert Elias. Eef wijst namelijk op vanzelfsprekendheden als ‘niet boeren, niet met de mond vol eten en ellebogen van tafel’.

Welnu, die waren er niet altijd.

Elias citeert in zijn werk “Het Civilisatieproces” een veelheid aan voorbeelden, waarin de hogere stand – ten tijde van de Middeleeuwen – gewezen werd op wat wel en niet mag aan tafel. Er werden in die periode massa’s ‘opvoedingsboekjes’ samengesteld door elke verheven kinkel die zich aan tafel stoorde aan het boers gedrag tegenover hem. Zij gaven deze kritiek echter in rijm, wat het zachter deed aankomen en vooral: de moeite om lezen maakt.

Ik geef u graag enkele voorbeelden vanuit de 13e-15e eeuw:

“Een edel man moet niet samen met een ander dezelfde lepel gebruiken; zo past het hoofse lieden”
“Uit schalen drinken past niemand, ook al prijst menigeen dat soort wangedrag, die zich vreselijk gedraagt en (het) naar binnen giet als een dolleman, en over de schaal heen hangt bij het eten, als een varken, en heel smerig snuift en met zijn mond smakt.”


Wanneer u er dus op gewezen werd – door vader, moeder of andere opvoeder – niet te ‘smakken’ tijdens het eten. Weet dan goed dat kinderen al meer dan zeven eeuwen dit genot moeten ontberen.

“Sommigen bijten een stuk van het brood af en stoppen het dan weer in de schaal, net zoals de boeren dat doen; een dergelijk ongemanierd gedrag laten hoofse lieden na.”

In feite duidt zulk gedrag op een eerder altruïstische ingesteldheid. Men neemt namelijk niet meer dan men nodig heeft, en laat de resterende spijs voor de anderen.

“Soms is iemand geneigd een been waarop hij heeft zitten kluiven weer terug te doen in de schaal; dat is zich ronduit misdragen.”

Hier kan ik alleen maar mee akkoord gaan. Het is gewoonweg smerig om, tijdens een gezellige babbel, een olijf tot u te nemen en daarna vast te stellen dat je de afgesabbelde pit van uw compagnon hebt binnengestoken.

“Wie tijdens het eten rochelt en zijn neus in het tafellaken snuit: beide dingen vind ik niet erg welgemanierd.”

U ziet het, zelfs dergelijke futiliteiten werden afgeschaft. Dat was nochtans een handige manier om na te gaan of de gastheer zijn publiek belangrijk genoeg vond om een nieuw laken op te leggen. Tegenwoordig wordt dat gecontroleerd door ‘abusievelijk’ een glas rode wijn om te stoten. Die vlekken gaan er nochtans moeilijker uit!

Het is natuurlijk een andere zaak wanneer het als volgt wordt geformuleerd:

“Wie bij het snuiten de tafel ondersproeit of zijn neus afveegt met de hand, is volgens mij een lomperd, die geen betere manieren kent”

Dat sproeien is inderdaad iets wat bij mij aan tafel achterwege mag blijven.

Maar het gaat verder: “drink niet met besmeurde mond”, “ge moet uw tanden niet schoonmaken met het mes”, “maak uw buikriem niet losser aan tafel”, “haal het vuil niet uit de neus”. Niet, niet, niet, niet. De mens werd meer en meer beperkt in zijn doen en laten. Onze dierlijke instincten en andere plezantigheden zijn allen de kop ingedrukt.

Er mag echter nog rede verwacht worden, wat ik merk in een tekst uit 1530:

“Pak niet als eerste van een gerecht dat net is opgediend, niet alleen omdat dit gulzigheid verraadt, maar ook omdat het soms gevaarlijk is. Want wie zonder erg iets heets in zijn mond krijgt, zal gedwongen zijn het uit te spugen of als hij het doorslikt zijn keel branden. Zo iemand is hoe dan ook even belachelijk als beklagenswaardig.”

In 1672 werd voor deze problematiek gelukkig een oplossing aangereikt:

“Wie zich per ongeluk gebrand heeft, moet het lijdzaam verdragen als dat kan, en zonder het te laten merken; maar als de pijn niet te harden is, hetgeen wel eens voorkomt, moet men meteen en nog vóórdat de anderen het in de gaten krijgen zijn bord met de ene hand bij de mond brengen, en wat zich daarin bevindt achter de andere hand terugdoen op het bord, en dit vervolgens achterlangs behendig aan een bediende geven. La civilité veut qu l’on ait de la politesse, de beleefdheid vergt wel goede manieren, maar nog geen zelfmoord.”

Beleefdheidsconventies zijn dus een vluchtig iets, vergelijkbaar met de mode. Wanneer u nu in de toekomst aangesproken wordt over uw tafelmanieren, kan u zeggen dat u gespecialiseerd bent in de laatste nieuwe trends op tafelvlak. Of u kan de alternatieveling uithangen en zeggen dat u terug heeft gegrepen naar de middeleeuwse tafelmode. Waarna u vervolgens toeterend in het tafelkleed snuit.

vrijdag 21 november 2008

20/11 Isobel Campbell & Mark Lanegan - CC Hasselt

Met twee ijzersterke albums in hun broekzak hadden we hoge verwachtingen van dit optreden. Mark Lanegans rauwe geluid en Isobel Campbells zoetgevooisde meisjesstem zorgt voor een unieke combinatie die op plaat uitstekend werkt. Dat dit niet altijd succesvol wordt vertaald naar het podium, bleek wel uit de vorige passage van de twee op Dranouter. Het duo, beide sowieso al vrij introvert, had er die namiddag duidelijk geen zin in en gaf een ondermaats optreden. Tijd dus voor revanche, en waar kan dat beter dan in de grote zaal van het CC Hasselt.

De mooie schouwburg, met comfortabele stoeltjes en een indrukwekkende akoestiek leent zich namelijk veel beter voor dit soort intieme optredens dan een of andere wei in het verre West-Vlaanderen. De zaal was dan ook zo goed als uitverkocht. Hoewel het eerste half uur bol stond van de kippenvel momenten (Seafaring Song, Deus Ibi Est), bleef de communicatie tussen publiek en groep grotendeels uit. Enkel een verlegen ‘thank you’ van Campbell doorbrak de songs, terwijl Lanegan als vanouds zweeg en zijn statief stevig vasthield als zaten zijn handen eraan vastgeplakt.

Tot dan toe was het concert echter allesbehalve teleurstellend. De geluidsmix stond perfect afgesteld en zowel Campbell als Lanegan waren uitstekend bij stem. De liedjes werden misschien wel iets té perfect gespeeld, af en toe bekroop ons namelijk het gevoel naar een juke-box te luisteren. De combinatie van Lanegans gebrom met de engelenzang van Campbell kreeg echter keer op keer de hele zaal stil en liet onze nekhaartjes meerdere keren rechtop staan.

In de loop van het optreden leken ook Campbell en Lanegan te ontdooien. Campbell wisselde al eens meer dan drie opeenvolgende woorden met het publiek en leek zich na verloop van tijd daadwerkelijk te amuseren. Ook Lanegan, wiens garderobe nog steeds exclusief uit zwarte kleren bestaat, liet zich enkele keren overhalen tot communicatie met het publiek, wat gerust als een revolutie kan worden onthaald. Toen Campbell het publiek uitgebreid vertelde over haar vliegbewegingen tijdens de liedjes (It looks like I’m gonna fly away like Peter Pan) wist ze bij Lanegan zelf een bescheiden glimlach te ontlokken, iets waar ook Campbell van stond te kijken.

C: Is that a smile?
L: It’s a grin
C: But a smiling grin?
L : Yes (glimlacht)

(enthousiast applaus)

Deze avond was duidelijks Campbells show. Ze heeft zo goed als alle nummers op de twee platen zelf geschreven, en wanneer Campbell enkele nummers solo brengt, verdwijnt Lanegan ook even van het toneel. En hoewel ze er onschuldig en verlegen uitziet, deed de Schotse haar reputatie van harde tante toch weer eer aan. Zo werd de gitarist meerdere malen terechtgewezen voor het uit de maat spelen. Iets wat we zelf niet hadden gemerkt en na verloop van tijd voelde ongeveer heel de zaal zich slecht voor de gitarist die zich duidelijk niet langer op zijn gemak voelde.

Qua setlist werd uitgebreid geput uit beide albums, waarbij ook enkele nieuwe nummers het daglicht zagen. Afsluiter van het eerste deel van de show was zoals verwacht 'Circus is Leaving' Town. In de bissen ging het tempo dan naar omhoog met 'Ramblin' Man'. Afsluiten deed de groep met 'Wedding Dress', een nummer uit Lanegans laatste solo-album Bubblegum (ook een enorme aanrader trouwens), waarbij Campbell de backing vocals voor haar rekening nam.

Dit was zeker een van de beste optredens van het duo op Belgische bodem. Het feit dat er misschien wat te weinig ruimte was voor improvisatie, werd volledig goedgemaakt door de kracht die de nummers sowieso meedragen. De combinatie van zachte pop/folk-song met de stemmen van de schone en het beest zorgt steeds weer voor een unieke ervaring.

Myspace van Isobel Campbell

Setlist (wegens gaten in mijn geheugen niet compleet en ook niet in de juiste volgorde)

Deus Ibi Est, Ballad of the Broken Seas, Revolver, Salvation, Come Walk With Me, Seafaring Song, Come On Over (Turn Me On), Who Built the Road, Back Burner, The Circus is Leaving Town, Wedding Dress, Revolver,...

maandag 17 november 2008

Girls in Hawaii - Plan Your Escape

Jawel, alweer een recensie, ik weet het. Sommige groepen verdienen het echter om er eens te meer de loftrompet voor boven te halen. Girls in Hawaii is er daar eentje van. Onze Waalse vrienden wisten ons zes (!) jaar geleden te verrassen met hun uitermate fris klinkende debuutalbum From Here to There en zijn nu klaar met de langverwachte opvolger.

Het was lang wachten op die tweede plaat. Het intensieve touren in Europa (maar ook in Canada en de Verenigde Staten) zorgde ervoor dat het heel wat tijd heeft gekost om dit nieuwe album bijeen te schrijven. Na een eerste luisterbeurt lijkt Plan Your Escape meer van hetzelfde te bieden, wat niet slecht hoeft te zijn wanneer het eerste album al pop van de bovenste plank bracht.

Opener en vooruitgeschoven single ‘This Farm Will End Up In Fire’ geeft de luisteraar al een goed idee van wat te verwachten. Het nummer kabbelt rustig voort om na drie minuten de luisteraar te verrassen met een krachtig uitgesteld refrein. Het zijn deze onverwachte wendingen die ervoor zorgen dat het hele album als een ontdekkingstocht aanvoelt.

‘Sun of the Suns’, ‘Shades of Time’ en ‘Summer Storm’ zijn dan weer poppareltjes zoals we die zo goed kennen van op From Here to There. Ook wanneer het allemaal net wat harder mag, weet Girls in Hawaii uitstekend stand te houden. Zo klinkt ‘Birthday Call’ als een hardere en betere versie van Sigur Ros. In het nummer wordt dromerige pop afgewisseld met een refrein dat erom smeekt de volumeknop met een krachtige snok naar rechts te draaien. 'Road to Luna' lijkt op één langgerekte jamsessie en kan bij de beste nummers van het album worden gerekend.

Colors doet dan weer sterk denken aan wat Blur deed op Think Tank. Popsongs die baden in een warme, elektronische sfeer (jawel, dat kan).

In feite doet Girls in Hawaii niets wereldschokkend op dit album. Wel slaagt de groep erin bestaande elementen te combineren tot een prachtig geheel. Plan Your Escape is zonder twijfel een van de beste (Belgische) albums van 2008. Wat mij betreft een serieuze kandidaat voor de eindejaarslijstjes.

Girls in Hawaii op Myspace

zaterdag 8 november 2008

Wat met Fortis?

Woensdag hoorde ik in het radionieuws de 'nieuwe' naam van Fortis Bank: BNP Paribas Fortis. Van originaliteit kan je die mannen bij BNP al niet beschuldigen.

Maar blijkbaar kan je wel de federale regering beschuldigen van dictatoriale neigingen. Daar komt het toch op neer: de regering heeft zonder de aandeelhouders te raadplegen beslist om hun 'eigendom', Fortis Bank, te verkopen aan de Fransen.

Nu valt daar wat voor te zeggen: de aandeelhouders zijn volledig gepasseerd, hebben hun zegje niet kunnen doen, maar zien wel hun zuurverdiende spaarcentjes die ze in het aandeel Fortis geïnvesteerd hebben volledig wegsmelten. Die Leterme heeft ze nog maar eens liggen gehad! Dus dagen ze hem voor de rechter: Leterme moet boeten! En die andere pipo's ook...

"Bankier spelen is niet direct de kerntaak van de overheid"

Het openbaar ministerie (OM) heeft de aandeelhouders in hun stelling gevolgd: de procedure is niet democratisch verlopen. Nu ja, dat valt ook niet te ontkennen. Erger wordt het als het OM pleit voor het terugdraaien van de verkoop aan BNP Paribas.

De regering had in dat bewuste weekend, 4 en 5 oktober, niet echt een keuze: Nederland had zijn deel veiliggesteld door het te nationaliseren, dus moest de regering iets doen om te vermijden dat Fortis daaraan kapotging. De oplossing die Leterme en co. uit hun hoed toverden: nationalisering!

Nu, bankier spelen is niet direct een kerntaak van de overheid. Daar waren ze zelf al vijftien jaar van afgestapt. Maar nood breekt wet, nietwaar? Dus moest de regering de bank zelf kopen om ze veilig te stellen.

"De regering had het recht niet die bank te verkopen!"

En hoe geraak je daar dan weer vanaf? Simpel: de bank opnieuw verkopen! En dan liefst aan iemand die er wel iets van kent. BNP Paribas was de beste kandidaat dat weekend: ze gaf de regering voldoende garanties over werkgelegenheid e.d. bij Fortis Bank, en ook voldoende centjes natuurlijk. 4 december is het zover: dan wordt Fortis Bank definitief aan BNP Paribas toevertrouwd.

Behalve als het van het OM afhangt natuurlijk: die willen dat feestje niet laten doorgaan. "De regering had het recht niet die bank te verkopen!" roepen ze daar. Hoezo? De regering was toch 100% aandeelhouder van Fortis Bank geworden? Mogen ze dan niet verkopen wat ze gekocht hebben?

De aandeelhouders willen niet horen van de regering dat ze geen andere keuze hadden. Toch was het zo: als de regering deze noodgreep niet had uitgevoerd, hadden de aandeelhouders nu helemaal niets meer, zelfs geen schamele 1 euro per aandeel.

Ik heb nog een vraag voor de Fortisaandeelhouders die nu aan het procederen zijn: willen jullie echt het deksel van het stinkende Fortis-potje halen? De doos van Pandora openen? Het zou ervoor kunnen zorgen dat jullie alles kwijtraken, en dat andere banken opnieuw een opdoffer krijgen op de beurs. Dus mijn oproep aan jullie is: doe het niet!

maandag 3 november 2008

Goodbye 20th Century (a biography of Sonic Youth) - David Browne

Sonic Youth bezet een unieke plaats in het hedendaagse muzieklandschap. De groep bestaat ondertussen al meer dan vijfentwintig jaar, en heeft steeds een unieke balans tussen artistieke integriteit en commerciële belangen weten te behouden. Toen ze in 1990 tekenden bij een grote platenmaatschappij, slaagden ze er als een van de weinigen in een contract af te dwingen dat hun volledige artistieke vrijheid garandeerde. De groep heeft (afhankelijk van de telling) ondertussen al meer dan dertig albums uitgebracht.

‘Goodbye 20th century’ is dan ook niet de eerste biografie over de grondleggers van de noise-rock. Wel is David Browne door middel van vele interviews erin geslaagd de opsommende structuur van de meeste biografieën te overstijgen, en zo de lezer mee binnen te nemen in de wereld van Sonic Youth. Het boek zit volgestouwd met unieke anekdotes en vooral de beginjaren van de groep worden zeer zorgvuldig in kaart gebracht.

Zo blijkt dat de groep lange tijd nadrukkelijk op zoek is gegaan naar een hit. Het feit dat Sonic Youth nooit echt is doorgebroken bij het grote publiek, zorgde in de beginperiode van de Geffen-jaren (Geffen is van ’90 tot ’06 de platenmaatschappij van de groep), voor spanning, zowel binnen de groep, als tussen de groep en de platenmaatschappij. Toch dient Geffen hun dankbaar te zijn. Het was Sonic Youth dat er op stond dat Geffen een contract afsloot met Nirvana. Ook Beck weigerde te tekenen bij enig ander label dan dat waar Sonic Youth op zat. De invloed die de groep heeft gehad op een hele generatie bands is dan ook niet te onderschatten.

Goodbye 20th century is een uniek document. Het neemt de lezer mee langs de weg die Sonic Youth doorheen de jaren heeft afgelegd. Voor leken is dit boek een ideale kennismaking met een groep die mee rock-’n-roll geschiedenis heeft geschreven (en nog steeds schrijft). Voor de fans verplichte kost.

Simpsons Theme by Sonic Youth