dinsdag 21 oktober 2008

Merzbow

Een definitie geven muziek lijkt eenvoudig. Toch is de discussie over wat al dan niet onder die noemer kan geclassificeerd worden niet altijd zo simpel. Een typisch voorbeeld hiervan is de Japanse artiest Merzbow. De man is ‘s werelds meest gekende ‘noise’ artiest. Merzbows muzikale uitspattingen hebben vaak meer overeenkomsten met het geluid van een drilboor, dan met wat de doorsnee persoon als muziek zou omschrijven.

Merzbow wenst met zijn projecten dan ook de grens tussen muziek en lawaai op te zoeken. Wanneer verandert een opeenvolging van klanken in een muziekstuk, en kunnen we het bijgevolg van chaos onderscheiden? Wat de Japanse artiest betreft mag dit vrij ver gaan. Het beluisteren van een cd van Merzbow is vaak (letterlijk) een pijnlijke ervaring, waarbij elke link met traditionele structuren wordt losgelaten en de meeste vreemde klanken op de luisteraar worden losgelaten.

De man zelf vergelijkt zijn muziek graag met porno: “If music was sex, Merzbow would be pornography. Pornography is the unconsciousness of sex. So, noise is the unconsciousness of music.”

Een eerste kennismaking met Merzbows werk zal bij de doorsnee luisteraar nochtans licht andere associaties oproepen. Niet gehinderd door enig subtiliteit, zorgt de man er steeds weer voor dat een luisterbuurt van diens muziek de luisteraar tot aan de rand van de waanzin drijft.

Toch is Merzbow een relatief ‘populair’ artiest, die makkelijk kan leven van zijn muzikale projecten. Omdat muziek een hoogst subjectieve beleving is, nodigen we u dan ook uit om hier kennis te maken met één van Merzbows meest bekende stukken. Vergelijk dit vervolgens met dit fragment, en u zal merken dat er weinig verschillen zijn tussen de twee. Beiden geven blijk van schijnbaar totale chaos. Met de kleine nuance dan dat het laatste stuk werd gecomponeerd door een worm, kruipend over het elektrische circuit van een synthesizer in plaats van door een ‘artiest’.

Op die manier wordt duidelijk dat Merzbows muziek weinig meer met talent te maken heeft, en eerder gedreven wordt door een zoeken naar het onbekende, maar daarom niet direct het aangename. Een hele cd uitzitten van Merzbow lijkt ons dan ook vooral geschikt als foltertechniek op Guantanamo Bay.

Wie toch gecharmeerd is geraakt door de composities van Merzbow (en de worm) kunnen we warm aanraden om hier eens te passeren. Het jaarlijkse noise-fest (wel in Canada, maar voor de beetje merzbow-fan mag dat geen probleem vormen) trakteert haar bezoekers jaarlijks op twee dagen georchestreerde chaos. We zien u daar?

maandag 20 oktober 2008

Café-contemplaties

Wie een groot deel van zijn ongestructureerde tijd doorbrengt in drankgelegenheden, maar zich daar overwegend in een onbenevelde toestand bevindt, wordt geconfronteerd met een rijk pallet aan persoonlijkheden. Het volkje dat zich geregeld terugtrekt in rokerige caféruimtes, waar het zich aan de toog vastklampt met een bewonderenswaardige vastberadenheid, is in vele opzichten gelijkend, maar toch ook zo divers.

Ik spreek hier vandaag in naam van horecapersoneel, dat in het uitvoeren van haar taak tot veel meer bereid moet zijn dan het louter schenken van drank. Inderdaad, buiten de obligate alcoholvoorziening vervullen zij ook de rol van luisterend oor en animator. Van diskjockey over schoonmaakdienst tot klusjesman. Een barvrouw of man hoort met andere woorden een manusje-van-alles te zijn. Ik zou zelfs zover durven gaan met te stellen dat zij in hun sociale bemiddelingsfunctie de basis kunnen leggen voor de verzoening van Noord en Zuid in ons Belgenland. Maar ik kalmeer, hou me in en beperk me tot het voorstellen van enkele notoire toogklampers.

Vooreerst hebben we de ingetogen tooghanger. Deze komt binnen, plaatst zich op een kruk en houdt zich bezig met de kern van de zaak. Met een simpel hand- of hoofdgebaar maakt hij – ik ben nog geen vrouwelijke variant tegengekomen maar sluit het bestaan ervan niet uit – duidelijk dat de geledigde pot voor zijn neus terug gevuld mag worden. De eenzame strijder kan zo met een opmerkelijke eenvoud een 15-tal consumpties nuttigen, om vervolgens in een zo recht mogelijke lijn richting voiture te stappen en huiswaarts te keren. Gedurende zijn verblijf beperkt de man zijn communicatie tot een minimum, wat ertoe heeft geleid dat men hem doorheen de jaren als één met het interieur is gaan beschouwen. Dit wordt duidelijk wanneer de toogconversaties een grensoverschrijdend karakter krijgen. Men praat dan werkelijk naast de bovenvermelde persoon door, als was het slechts een belemmerende uitwas van de toog.

Daarnaast worden we soms geconfronteerd met de besluiteloze Benny. Dat dit karikatuur geen unicum is, wordt geïllustreerd door de makers van The Fast Show. Met het typetje Indecisive Dave geven zij een hilarische maar to-the-point belichaming van onze man in kwestie. Benny is namelijk van het onzekere soort, maar deinst er daarentegen niet voor terug om straffe statements te proclameren. Wanneer deze dan gecounterd worden door een andere caféganger, komt hij bijna ogenblikkelijk terug op zijn oorspronkelijke verklaring. De initiële ja-knikkers voelen zich dan weer tekort gedaan en roepen Benny op tot het herformuleren van zijn nuancering. De arme man wordt vervolgens de speelbal van beide kampen en eindigt meestal stilzwijgend met een apathisch voor-zich-uit-staren. Tot er uiteindelijk een nieuw onderwerp aangesneden wordt en de spiraal zich weer kan herhalen.

Men moet er zich namelijk van bewust zijn dat cafécommunicatie grotendeels gedomineerd wordt door zwart-wit statements. Hij die het aandurft een thema op toogniveau aan te snijden, moet zich in stevig schoeisel bevinden en mag derhalve niet huiverachtig staan tegenover straffe, ongenuanceerde uitspraken. Een café is namelijk geen wetgevend instituut waar men zijn woorden moet wikken en wegen. Neen, hangijzers als Brussel-Halle-Vilvoorde zouden al lang opgelost kunnen zijn indien er rekenschap gegeven zou worden aan de mening van jan met de pint.

Een derde cafébezoeker heeft al bij menigeen tot ergernis geleid. Hij heeft Hugo Matthysen er zelfs toe gebracht een aan hem gewijd lied te schrijven. Er doet zich in cafés namelijk een interessant fenomeen voor, wat met de term tournée aangeduid kan worden. Met de woorden “schept nog is door den emmer, als ge wilt”, “tapt hier nog is, beste kerel” of gewoon “als ge efkens tijd hebt…” wordt de barman of vrouw duidelijk gemaakt dat deze de mensen in het interactiegebied van de gulle gever mag voorzien van een nieuwe consumptie. Indien het hier gaat om welomlijnde kliekjes vormt er zich geen probleem, aangezien de interne sociale controle er toe leidt dat ieder om beurt de anderen van drank voorziet. Bij het huiswaarts keren heeft men dan in feite enkel de eigen consumpties betaald.

Aan de toog vertonen de interacties echter een grilliger patroon, waardoor de competenties van de tapper met dergelijke instructies volledig worden benut. Hij hoort namelijk zowel historische als momentane feitelijkheden te combineren om na te gaan wie er allemaal in aanmerking komt voor de traktatie. Zo is het doorgaans de bedoeling om de huidige gesprekspartners van de traktator van drank te voorzien, maar ook zij die doorheen de jaren een sterke band met hem hebben gebouwd. Een tapper hoort zijn klanten dus door en door te kennen.

Er bestaan nu ook exemplaren die door middel van slinkse technieken steeds door de mazen van het traktatienet weten te glippen. We kennen allemaal de ongemakkelijke situatie die ontstaat wanneer de barman de bestelde drank heeft voorgeschoteld en vervolgens wacht om betaald te worden. Normaliter grijpen er dan enkelen gelijktijdig naar de geldbeurs, waarna de snelste tot betaling overgaat en de “verliezers” lichtelijk verontwaardigd laten weten “dat de volgende dan van mij is”. Horecapersoneel kan ongetwijfeld beamen dat er sommigen zijn die systematisch verliezen in die korte race naar de portefeuille en zo de dans steeds weten te ontspringen. Een andere techniek bestaat er in zich te engageren in verschillende conversaties, waardoor men zich in het gesprek kan mengen waar de glazen het verst geledigd zijn. Zolang men er dan voor zorgt dat men niet als eerste de bodem van het glas bereikt is het symbolische broodje gebakken.