Om het fluffy-gehalte van onze blog op peil te houden, zal ik mij richten op een schepsel dat we allemaal kennen. De Furby. Een knuffelbeest dat zowel mechanische als elektronische technologie verenigt. Het kwam, eind de jaren negentig, als opvolger van de tamagotchi op de markt. De producenten hadden twee fundamentele verbeteringen ingebracht. Kinderen konden het wezen waar ze zoveel tijd instaken nu ook echt knuffelen. Als ze daarnaast het beest even uit het oog verloren bleven ze gespaard van een traumatische ervaring, omdat de Furby enkel ziek kan worden en niet sterven zoals de tamagotchi.
Dat wat ouders toen enkel als onschuldig vertier of – in het ergste geval – als enorm irritant beschouwden, was in feite al een ver gevorderde technologie. Als we namelijk de kenmerken van een Furby op een rijtje zien en deze technologie vervolgens laten evolueren, komen we tot ontstellende bevindingen.
De Furby beschikt ten eerste over een leervermogen. De constante interactie met mensen maakt hem meer communicatief. Daarnaast zijn er allerhande sensoren ingebouwd, zodat het wezen merkt wanneer het opgetild of aangeraakt wordt. Een Furby hoort ook tot één grote familie. De beesten merken elkaars aanwezigheid op, hebben elk een andere naam en een verschillend karakter. Dit karakter ontwikkelt zich door de manier waarop er met hen wordt omgegaan en een ingebouwde randomizer zorgt er bovendien voor dat ze steeds onverwacht uit de hoek kunnen komen.
Dit alles was eind de jaren negentig nog zeer basaal. Nu, tien jaar later, is deze theorie al ver gevorderd. Zogenaamde humanoïden zijn al in staat tot praten en reageren, net als in echte conversaties. Ze kunnen kranten lezen en wiskundige problemen oplossen. Waar ik dus op wil wijzen is dat alle technologie vandaag bestaat om minder onschuldige streken uit te halen met Furby-achtige wezens. Indien we de technologie van de humanoid Aiko combineren met die van de Realdoll en daar enkele motorische snufjes aan toevoegen, komen we al veel korter bij de stelling die in de titel gepresenteerd wordt. All it takes is a dirty mind. En het is niet dat ik de eerste ben die zich hier figuurlijk over buigt. Filmscenario’s tot zelfs doctoraatsstudies zijn op deze kwestie gebaseerd. Ik vraag me enkel af tot hoever we dit mogen laten komen. En wanneer dat dat betaalbaar wordt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten